Defensie opschalen is nodig maar goede diplomatie is onmisbaar
Drie jaar geleden schreven Martin Aarnoudse en ik het artikel ”Cyberveiligheid: van tank naar toetsenbord” (De Banier, 1-4-2022). We gingen in op digitale oorlogsvoering, het ontbreken van onlinelandsgrenzen en andere gevolgen van digitale en technologische doorbraken. Omdat het aantal defensieaankopen nu toeneemt, dacht ik aan dit thema terug in een andere context: die van technologische zelfvoorzienendheid en het voorkomen van oorlog. Staatssecretaris Tuinman van Defensie heeft gezegd dat het kabinet 1,15 miljard euro heeft om de defensie-industrie op te schalen. Er werden al diverse aankopen gedaan, waaronder drones en kanonsystemen om drones uit de lucht te halen. Ook ging defensie samenwerkingen aan met maritieme bedrijven en de hightechindustrie. Verder werden diverse campagnes gelanceerd om werken bij defensie weer populair te maken. Het budget is eveneens bedoeld voor versnelling van vijf sleuteltechnologieën die relevant zijn in een moderne oorlogsvoering. Het gaat om kwantumcomputers, ruimtevaart, sensoren, slimmere materialen en intelligente systemen. Tuinman kent het defensiedomein van binnenuit. Dat hij zich nu voor 100 procent voor de heropbouw van onze uitgeklede defensie inzet, verdient onze waardering.