‘Big Gov’: een wantrouwende alwetende overheid als norm?
Dit artikel is origineel verschenen in ‘Zicht’ het blad van het Wetenschappelijk Instituut (WI) van de SGP. Thema: “Mag alles wat kan?” over Techniek en ethiek, publicatie oktober 2023.
‘Big Gov’: een wantrouwende alwetende overheid als norm?
Versterkt technologie het vertrouwen tussen overheid en burger of is het een middel naar een controlestaat?
Het technologisch landschap is de laatste jaren enorm verbreed. Overheden, bedrijfsleven, onderwijs en burger gebruiken allen legio technologische toepassingen. Productiviteitsverhoging, kostenverlaging, communicatiekanalen, automatisering, ontzorgen enzovoorts. Gelukkig maar, want er zijn veel zaken waarbij technologie een nuttige en verantwoorde bijdrage kan leveren. Er zijn echter ook gevaren verbonden aan een toenemend gebruik van technologie. Het biedt ook de overheid immers veel mogelijkheden om de samenleving te monitoren en burgers te controleren. Dit artikel gaat hier verder op in.
De reden voor de massale toepassing van technologie is dat technologie de afgelopen jaren voor grote groepen mensen binnen handbereik is gekomen. Hiervoor zijn diverse redenen te noemen:
Actuele technologische ontwikkelingen
Deze redenen hebben ervoor gezorgd dat technologie fundamenteel aanwezig is in iedere laag van de samenleving. Kort gezegd, de mogelijkheden zijn binnen handbereik en de toepassingen eindeloos. Ook de overheid experimenteert en implementeert deze dagelijks op grote schaal om haar eigen leven en dat van burgers aangenamer te maken. Denk hierbij aan het verkennen en implementeren van kunstmatige intelligentie voor dienstverbetering en beleidsoptimalisatie, blockchain voor transparantie en veilige transacties, het Internet of Things voor slimme – adaptieve – steden, big data-analyse voor waardevolle inzichten en besluitvorming en cybersecurity voor bescherming tegen cyberdreigingen.
Dat technologie ook vaak een rol speelt in catastrofale gebeurtenissen is ons bekend. Dat het (te) vaak fout gaat blijkt uit de onlangs gehouden binnenhoflezing van Pieter Omtzigt met als titel: “Herstel van de machtsbalans” waarin Omtzigt spreekt over een ‘machtige en alwetende overheid’ (Big Gov). De politicus noemde hier ook dat de overheid steeds meer weet over haar burgers en de burger op haar beurt steeds minder weet van de overheid. Het is helder dat deze zaken transparantie en vertrouwen niet bevorderen.
Twee concrete voorbeelden daarvan zijn allereerst de Toeslagenaffaire. Hierin bleek hoe geautomatiseerde besluitvormingssystemen bij de Belastingdienst hebben geleid tot onterechte beschuldigingen van fraude en discriminatie, met financiële en emotionele schade voor duizenden ouders tot gevolg, en bracht het gebrek aan menselijke controle aan het licht. In de Verenigde Staten vond het Clearview AI-schandaal plaats, waarbij foto’s van individuen zonder toestemming werden verzameld en gebruikt door wetshandhavingsinstanties. Dit wakkerde een breed debat over surveillance en ethisch gebruik van technologie aan. Het liet ook de vraagstukken rond privacy en het potentieel misbruik van gezichtsherkenningstechnologie zien.
‘Technologie biedt de overheid veel mogelijkheden om de samenleving te monitoren en burgers te controleren.’
Naast deze al bekendere technologische toepassingen zijn er ook andere actuele en spraakmakende technologieën te noemen die momenteel zowel in de politieke arena als huiskamer besproken worden. Om er op twee in te gaan:
Digitale identiteit
Digitale Identiteit is een concept waarbij individuen of entiteiten een unieke elektronische identificatie hebben in het digitale domein. Het bevat gegevens en kenmerken die uniek zijn voor een persoon of entiteit. Digitale identiteit kan worden gebruikt voor verschillende doeleinden, zoals toegang tot digitale diensten, verificatie van identiteit en het beveiligen van online transacties. Digitale Identiteit roept ook vragen op. Hoe eenvoudig is het om burgers te segmenteren en uit te sluiten? De corona pas blijkt dan pas het begin van de mogelijkheden van dit soort technologie.
Central Bank Digital Currency (CBDC)
CBDC verwijst naar een digitale vorm van valuta die wordt uitgegeven en beheerd door de centrale bank van een land. In tegenstelling tot fysieke contanten, bestaat CBDC alleen in digitale vorm en kan het worden gebruikt voor elektronische betalingen en transacties. CBDC wordt gezien als een potentieel alternatief voor contant geld en andere vormen van digitale betalingen. De implementatie van CBDC brengt echter ook uitdagingen met zich mee, zoals het waarborgen van veiligheid, privacy/anonimiteit en het beheer van monetaire beleidsdoelstellingen. Ook de mate van programmeerbaarheid van de digitale munt en de blijvende beschikbaarheid van cash geld is een zorg. Beslist de overheid straks aan welke posten ik iets uit kan geven? Een andere vraag waar vanuit de voorlopers een beperkt antwoord op is: “welk probleem lost dit op?” “Is dit nu echt waarde voor de burger, of vooral een controlemiddel van de overheid?”
Wederzijds wantrouwen tussen burger en overheid
Technologie lijkt een steeds fundamentelere rol te spelen in hoe burger en overheid samenwerken en samenleven. Toch zijn er in het kader van technologie ook redenen tot wederzijds wantrouwen tussen burgers en overheden. Zo dient de overheid belastingontduiking en fraude te bestrijden. Het vermoeden van fiscale misdrijven kan leiden tot strengere controle en toezicht op financiële transacties. Daarnaast ziet de overheid toe op de openbare orde en veiligheid. Maatregelen zoals surveillance, cameratoezicht en gegevensverzameling, in naam van de openbare orde en criminaliteitsbestrijding, kunnen geïmplementeerd worden met een nobel doel. Een doel als orde en veiligheid onderstrepen we immers allemaal. De vraag waar we als burger en overheid wel urgent met elkaar over in gesprek moeten is echter of het middel (massasurveillance toegepast op alle burgers) niet erger is dan de kwaal (potentiële criminaliteit van een kleine groep).
Daarnaast hebben burgers ook redenen om de overheid te wantrouwen. De toenemende surveillance en controle wekken zorgen op over privacybescherming en de grenzen van overheidsinterventie in persoonlijke gegevensverzameling en communicatiemonitoring. Wil de overheid niet teveel van mij weten? Bovendien bestaat het risico van machtsmisbruik. Overheden kunnen de hun ter beschikking staande technieken gebruiken om politieke tegenstanders onderdrukken, de vrijheid van meningsuiting beperken en bevolkingsgroepen discrimineren.
Een gebrek aan transparantie en inspraakmogelijkheden kan verder het wantrouwen vergroten het wantrouwen, omdat burgers geen duidelijk inzicht hebben in de besluitvormingsprocessen en verantwoordelijkheid van de overheid. Tot slot kan de macht en controle die de overheid heeft over de media het wantrouwen versterken. Dit biedt de overheid immers de mogelijkheid om informatie te manipuleren en de nieuwsvoorziening te censureren.
‘Technologie lijkt een steeds fundamentelere rol te spelen in hoe burger en overheid samenwerken en samenleven.’
Vertrouwen tussen overheid en burger
Natuurlijk stopt het niet bij wantrouwen. Er zijn ook veel redenen om elkaar wel (wederzijds) te vertrouwen. Allereerst omdat de overheid bescherming en veiligheid biedt. Burgers vertrouwen de overheid vanwege haar rol in het waarborgen van bescherming en veiligheid tegen bedreigingen. Daarnaast levert de overheid essentiële openbare diensten. De overheid gebruikt de belastingen om het welzijn van de burger te bevorderen. Overheden die een eerlijk rechtssysteem handhaven en een gelijke behandeling van alle burgers waarborgen, verdienen daarmee het vertrouwen van burgers. Een transparante overheid, die regelmatig verantwoording aflegt en de betrokkenheid van burgers stimuleert, wint ook aan vertrouwen. Tot slot groeit het vertrouwen in de overheid groeit wanneer zij effectief economisch beleid voert dat leidt tot welvaart en economische groei.
‘Hoe zetten we technologie als middel in om vertrouwen tussen overheid en burger te bevorderen en te organiseren?’
De grote kernvraag waar we naar terug moeten is: “Hoe zetten we technologie als middel in om vertrouwen tussen overheid en burger te bevorderen en te organiseren?” Vertrouwen is een fundamenteel element waaraan technologie kan bijdragen. Dat kan op de volgende manieren:
- Transparantie bevorderen: Burgers lijken steeds meer het beeld te krijgen dat Den Haag een black box is waar veel via achterkamerpolitiek gebeurt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de missende overheidsfinanciën in het kader van Corona waar 5.1 miljard aan corona uitgaven niet te controleren leek. Technologie kan een logische audit trail van overheidsuitgaven creëren die publiek inzichtelijk is.
- Open data: De overheid kan datasets en informatie delen met haar burgers waar burgers kunnen deelnemen aan fact finding. Denk hierbij aan een thema wat ons allen trof de afgelopen jaren ‘oversterfte’ in de context van corona en vaccinatie. Open data helpt burgers in het krijgen en behouden van vertrouwen omdat de overheid niets te verbergen heeft en de burger haar eigen inzicht kan creëren in overheidsactiviteiten.
- Borging democratische rechtstaat: Denk aan het negeren van de – door een Kamermeerderheid gesteunde – motie over Europese Digitale Identiteit door mevrouw van Huffelen (D66). Technologie kan borgen, door bijvoorbeeld Blockchaintechnologie, dat gestemd wordt in lijn met de gesteunde Kamermeerderheid. Hierover spraken Chris Stoffer (SGP) en Rick Bouter (Techthics) na de gebeurtenis bij Family7. (“Kamer kan niets meer doen om Europese Digitale Identiteit tegen te houden”)
- Inclusieve opt-out: Inclusie is een van de belangrijke thema’s van veel politieke partijen. Echte inclusie gaat verder dan de huidige woke-ideologie (waarbij tolerant, tolerant is totdat anderen een mening of geloof aanhangen die niet in lijn is met de toleranten) maar zou ook moeten betekenen dat je als burger de mogelijkheid hebt om niet mee te doen en of uit te stappen (opt-out). Denk bijvoorbeeld aan de digitale identiteit. Inclusie is dan ook het duaal beschikbaar houden van overheidsdiensten die niet aan digitale identiteit gerelateerd zijn.
- Digitale ongeletterdheid & educatie: Technologie kan helpen in het trainen van burgers om effectief gebruik te maken van overheidsdiensten en een potentiële misvatting tussen overheid en burger te voorkomen. Een aankomende groep digitaal laag/ongeletterden zou hier een speerpunt moeten zijn.
- Burgerparticipatie: Overheidsinstanties kunnen online platforms creëren waar burgers kunnen deelnemen aan beleidsdiscussies en feedback kunnen geven op voorstellen. Deze platforms moeten toegankelijk en gebruiksvriendelijk zijn om een breed scala aan burgers te bereiken.
Reflectie vanuit de Bijbel
Hoe kunnen wij nu en in de toekomst staande blijven in deze storm van nieuwe technologie?
De Bijbel reikt ons handvatten aan om technologieën te bevragen met betrekking tot de relatie tot God en onze naaste. Dit vinden we terug in de Tien Geboden maar ook in de vruchten van de Geest zoals verwoord in Galaten 5. Vanuit de geboden en de vruchten kunnen vragen gedestilleerd worden om de technologie en onze verhouding ten opzichte van technologie te bevragen.
Derde gebod
In het derde gebod verbiedt God het lasteren en misbruiken van Zijn Naam door vloeken, onnodig zweren en stilzwijgend toezien bij lastering. De Heere is zoals Hij heet en Zijn Namen getuigen van Zijn werken en Zijn deugden. Als Gods Naam ergens bijgehaald wordt, dan moet dat daarom altijd welbewust zijn en niet zomaar zinloos of zonder betekenis. Het recente bericht dat ChatGPT een neppe Bijbelpassage produceerde over Jezus die transgenders accepteert is hier een schokkend voorbeeld van. Ten aanzien van de bezinning op technologie stelt het derde gebod ons daarom voor twee vragen: (1) Bevordert deze technologie de rust, focus en diepgang die God van ons vraagt wanneer we bezig zijn met Zijn Woord? En (2): Biedt deze technologie ruimte om op een evenwichtige manier met Gods Naam om te gaan of is dat door de vluchtigheid en dynamiek bijna onmogelijk?
Vijfde gebod
De Heidelbergse Catechismus leert dat God in het vijfde gebod wil dat ik iedereen die over mij gesteld is eer, en liefde en trouw bewijs. Wij moeten ons in gehoorzaamheid onderwerpen en geduld hebben met de gebreken van onze ouders omdat het God goed gedacht heeft ons door hun hand te regeren. God is dus de Bron, de oorsprong en de norm van alle gezag. Alleen Zijn gezag is absoluut. Met de ‘vader’ in dit gebod denken we ook aan overheidspersonen die eer verdienen omdat God deze aangesteld heeft om orde en rust te bewaren. Met de gezagsordeningen beoogt de Heere een heilzame structuur van het hele volksleven. Gezag dient een dienend karakter te hebben, het moet gebruikt worden tot eer van God en tot dienst van de naaste. Gezag is altijd beperkt gezag en is begrensd door andere gezagskringen. Binnen een samenleving is het respecteren van gezag niet eenvoudig en niet zelden heeft technologie daarin een rol. Het vijfde gebod vraagt ons ten aanzien van technologiegebruik: (1) Ondermijnt deze technologie de (gezags)ordeningen zoals door God ingesteld? En: (2) Wat is de impact van de inzet van deze technologie op de gezagsverhoudingen binnen de maatschappij?
Sociale media zijn, als negatief voorbeeld, een belangrijke aanjager geweest om gezagsverhoudingen te ontwrichten door groepen tegen elkaar op te zetten. Daarnaast ondermijnen deep fakes machtsvormen waarbij wereldleiders in video’s dingen lijken uit te spreken die zij in werkelijkheid niet gezegd hebben.
‘De Bijbel reikt ons handvatten aan om technologieën te bevragen met betrekking tot de relatie tot God en onze naaste.’
Vrucht van de Geest
Tegenover de meer waarschuwend geformuleerde 10 Geboden wordt in Galaten 5:22 de vrucht van de Geest genoemd. Deze deugden hebben betrekking op ons leven in verhouding tot de medemens. De negenvoudige vrucht vormt een beeld van Christus waarop christenen moeten lijken in de praktijk van elke dag. Ook ten aanzien van hun omgang met technologie. Tegenover de werken van het vlees als zijnde overspel, hoererij, onreinheid, ontucht, venijn, twist, jaloezie, afgunst, toorn en tweedracht stelt Paulus de vrucht van de Geest: ‘Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid’. Wat hebben deze deugden ons te zeggen met betrekking tot onze omgang met en bezinning op technologie? We benoemen er hier twee:
Vrede
Vrede is een groot goed. Politieke vrede, maatschappelijke vrede, onderlinge vrede, vrede met jezelf en je huidige situatie, maar bovenal vrede met God door verzoening. In Zijn afscheidsrede tot Zijn discipelen spreekt Jezus over de vrede met God voor allen die in hem geloven. God is een God van vrede en niet van wanorde. Vrede die geen twist verwekt maar die rechte harmonie zoekt. Deze vrede is een resultaat van de liefde die geeft, offert en zichzelf wegcijfert. Ten aanzien van het gebruikt van technologie bepaalt ons de vrucht van vrede bij:
‘Synthetic media’, ‘deepfakes’, en kunstmatige intelligentie kunnen het onderscheid tussen waarheid en leugen sterk vertroebelen. Feit wordt hiermee fictie en het begrip waarheid geeft steeds meer strijd tussen jouw waarheid en mijn waarheid.
‘Sociale media zijn een belangrijke aanjager geweest om gezagsverhoudingen te ontwrichten.’
Matigheid
Het Griekse woord egkrateia is in de Statenvertaling vertaald als matigheid wat kernachtig uitdrukt waar het over gaat: maat weten te houden. Begrippen die verwant zijn met matigheid zijn bedachtzaamheid, behoedzaamheid, bescheidenheid, zelfverloochening, zelfbeheersing en kuisheid. Matthew Henry roept in het kader van matigheid op om bescheiden te denken over onszelf, onze prestaties en ontwikkelingen. Matigheid als vrucht van de Geest moet leiden tot kalmte, tevredenheid en ernst. De christelijke deugd van zelfbeheersing heeft betrekking op ons lichamelijke en psychische bestaan, ons gedachteleven en gevoelsleven. Rondom de vrucht van matigheid kunnen de volgende vragen gesteld worden ten aanzien van technologie: (1) Bevordert het gebruik van deze technologie de beschikbaarheid en evenredige verdeling van voldoende bronnen voor toekomstige generaties? Is de technologie duurzaam? En: (2) Versterkt deze technologie de mogelijkheid om bedachtzaam te handelen?
In de digitale wereld lijkt de zelfbeheersing minder te zijn dan in de fysieke wereld waardoor deze technologie de matigheid niet lijkt te bevorderen. De continue drang naar het verhogen van de productiviteit met behulp van verbeterde technologieën kan beklemmend werken. Echter hoeft dat niet. Als technologieën de beloftes waar gaan maken dat veel van ons werk wordt overgenomen dan kunnen deze technologieën een gebalanceerd leven bevorderen. Een leven waarin we meer tijd krijgen en aandacht krijgen voor elkaar, zorg, veiligheid, onderwijs en geestelijk welzijn.
‘Sociale media zijn een belangrijke aanjager geweest om gezagsverhoudingen te ontwrichten.’
Conclusie
Zo blijkt nogmaals dat de Bijbel een actuele handreiking is in het beantwoorden van complexe overheids- en technologie vraagstukken. Politiek bedrijven vanuit een open Bijbel geeft een fundament om technologie een middel te laten zijn in het bouwen van de vertrouwen en transparantie ten behoeve van de Nederlandse burger.
Als christen mogen we positief staan tegenover technologische ontwikkeling omdat we dit mogen zien als zegen en gift van God. Alle kennis, expertise, middelen en inzichten zijn gegeven om te gebruiken met als uiteindelijk doel om God tot Zijn eer te laten komen. Een overheid die op een dienende manier technologische middelen verkent en implementeert ter bevordering van welzijn en veiligheid verdient onze steun. Een overheid die zichzelf, door technologie, een steeds machtigere rol toebedeelt die meer in het voordeel is van haar zelf en niet haar burger dient scherp bevraagd te worden.
Auteurs: Rick Bouter en Martin Aarnoudse zijn bestuursleden van stichting Techthics. Techtics is een platform voor de (ethische) bezinning op technologische ontwikkelingen vanuit een christelijk perspectief.